Hoe het allemaal kwam...

Wat beweegt iemand om na 25 jaren opnieuw een oldtimer te kopen en er weer plezier aan te beleven? Deze vraag zullen zich ongetwijfeld veel mensen stellen, zowel de eigenaren als hun huisgenoten. Het antwoord is niet altijd even simpel, in de meeste gevallen zelfs niet eens logisch te noemen. Ik herinner me, dat ik in de jaren zestig met veel plezier op een Heinkel-scooter reed, maar de tijdgeest maakte, dat je -zodra dat kon- overstapte naar een vierwieler. Zo en niet anders was het ook bij mij. Maar toch bleef er iets hangen van de euforie van je eerste voertuig.
En toen de kans zich voordeed opnieuw een Heinkel aan te schaffen en er mee aan de slag te gaan, heb ik die niet voorbij laten gaan. Dus..... kwam er in 1985 een Heinkel 103 A2 in onze schuur. Hoe eenvoudig eigenlijk: een advertentie in een regionale krant, een telefoontje gevolgd door een bezoek aan de aanbieder en een paar uur later was je eigenaar van een echte Heinkel.
Hoe anders ging dat in 1961. Likkebaardend stond ik toe te zien, wanneer buurjongen Hans steevast op zaterdagmiddag zijn scooter de wekelijkse beurt gaf. Een beauty was het, die met niet aflatende zorg werd gepoetst en vertroeteld. Meer dan voldoende motivatie voor mij -die nog maar kort een baan en inkomen had- verwoed te gaan sparen.
In het het prille voorjaar van 1962 was het zover: er kwam een Heinkel. Het werd een 103 A1 van het bouwjaar febr. 1960 met weinig km's en z.g.a.n. Het kenteken, ik zal het nooit vergeten: UE-34-09. En wat was "Hein" betrouwbaar. Lange trips, meer-weekse vakanties naar Oostenrijk, 't Schwarzwald, Belgische Ardennen het werd zon-der noemenswaardig ongemak jaar na jaar gedaan. En mocht er al iets stuk lopen ; geen nood: een uitgebreid dealernet door praktisch heel Europa zorgde ervoor, dat je snel weer op weg was. Dat schiet je natuurlijk te binnen als er dan -na zoveel jaren- opnieuw een Heinkel-scooter in je schuur staat , zeker als je merkt, dat je aankoop (of was het eerder een opwelling) een grote onderhoudsbeurt nodig heeft lees: totale revisie.
En zodoende raakte ik snel thuis in het Heinkelwereldje. Via "de Kwakel" en haar service-stations was er al vlug een restauratie geregeld. In ieder geval reden mijn vrouw en ik na drie maanden "nieuw" onze eerste clubrit mee; juli 1985.
Ook nu -na opnieuw bijna 20 jaren- is het doen van grotere reparaties en zelfs van complete revisies geen enkel probleem. De oplettende lezer zal zich afvragen hoe het -anno 2002- mogelijk is zo uitgebreid over onderdelen, vakmanschap en service te kunnen beschikken. Een- in heel het land opererende- club (Heinkelklub "de Kwakel"), die maandelijks ritten organiseert , en bijna 500 eigenaar/rijders telt, en daarnaast enkele regionale clusters met soms tot 70 leden ("Heinkelrijders Twente" en "Heinkelrollers Winterswijk") , houden ook nu nog het Heinkel-gevoel levend.
Binnen deze groeperingen hebben zich rijders ontpopt tot- soms zeer -goede sleutelaars en zijn er op die manier netwerken ontstaan van service-stations. De rijder anno 2002 rijdt bijna net zo safe als in de jaren zestig met zijn vele dealers.
Wellicht heb ik mij - meer dan de gemiddelde Heinkelrijder - verdiept in de materie: werkelijk alles rondom "Heinkel" had en heeft mijn grote interesse. Het maakt niet uit of het nu om literatuur,onderdelen, accessoires,posters of miniaturen gaat. Zo kon ik worden tot wat ik ben: een vraagbaak voor iedereen die Heinkel rijdt of erover denkt te gaan rijden.Vragen naar de juiste kleuren, naar originele onderdelen, naar mogelijkheden om te restaureren, naar revisie van kapotte delen...................
Het is bijna een erezaak geworden om Heinkelrijders in staat te stellen op een betaalbare manier een hobby te bedrijven en op veilige,goed toegeruste scooters te rijden.De volgende pagina's geven U een beeld hoe dat in zijn werk gaat.

Veel plezier en mogelijk tot ziens.